Steeds meer rechtse en christelijk-conservatieve bewegingen gebruiken angst als politiek middel én als inkomstenbron. Het model dat Wierd Duk en anderen nu in Nederland proberen op te zetten, lijkt op de Amerikaanse culture-war-industrie waar onrust en verontwaardiging de belangrijkste producten zijn.
Hoe rechtse bewegingen angst uitbuiten: over Wierd Duk, de nieuwe zuil en een winstgevend model
Wanneer een journalist als Wierd Duk aankondigt dat hij een nieuwe conservatief-christelijke zuil wil opbouwen, compleet met eigen media, netwerken en talkshows, gaat het zelden alleen over ideeën of idealen. Het gaat ook over invloed, publieksbinding en een verdienmodel dat in andere landen al jaren wordt verfijnd. In de kern draait het om twee mechanismen die nauw met elkaar verweven zijn: het bespelen van maatschappelijke angst en het omzetten van die angst in inkomsten.
Duk presenteert zijn project als een cultureel alarm, een poging om zogenaamd bedreigde waarden in ere te herstellen. Maar achter die boodschap schuilt een structuur die we inmiddels maar al te goed kennen. Het is een systeem dat draait op emotie, op vereenvoudiging en op het gevoel dat het land „afglijdt” en dat er nog maar één kans is om het tij te keren. Zulke bewegingen floreren dankzij onrust, niet dankzij rust. Ze hebben crisis nodig om relevant te blijven.
Angst is dan ook het belangrijkste instrument. Door maatschappelijke problemen te reduceren tot duidelijke vijandbeelden ontstaat een helder, maar misleidend wereldbeeld. „De islam bedreigt ons land.” „Woke neemt alles over.” „We verliezen onze cultuur.” Zulke boodschappen zijn eenvoudig te begrijpen en werken onmiddellijk op het gevoel. Ze zijn niet bedoeld om te informeren, maar om te mobiliseren. Angst bindt mensen, houdt ze alert en maakt ze ontvankelijk voor de roep om actie. En vooral: angst houdt ze dichtbij de boodschapper.
Maar het gaat niet alleen om politiek. Angst is ook economisch interessant. In de Verenigde Staten is het al jaren een industrie: alternatieve nieuwszenders, YouTube-kanalen, memberships, merchandise, live events, donatiecampagnes. Angst verkoopt. Verontwaardiging verkoopt nog beter. Wie zich bedreigd voelt, geeft sneller geld uit aan organisaties die zeggen hem te beschermen of „de waarheid” te brengen. En dat model wordt nu steeds vaker naar Nederland gekopieerd.
De doelgroep bestaat vaak uit mensen die zich in de samenleving niet meer gerepresenteerd voelen en die eenvoudiger verklaringen zoeken voor complexe problemen. Juist die groep is hét fundament van commercieel gedreven opiniemakers. Hun trouw is groot, hun betrokkenheid intens en hun bereidheid om te betalen verrassend hoog. Ze voelen zich eindelijk serieus genomen door iemand die hun zorgen benoemt, en dat creëert een vorm van loyaliteit die voor traditionele media ondenkbaar is.
Wierd Duks „nieuwe zuil” past perfect in dat plaatje. Een eigen mediaplatform, een eigen gemeenschap, een eigen ideologisch verhaal: het is precies het model dat in de VS miljarden omzet genereert. En ook in Nederland ontstaan inmiddels netwerken die op dezelfde manier opereren. Organisaties als Turning Point Nederland en Civitas Christiana herkennen het potentieel maar al te goed. Ze weten dat wie angst beheert, invloed beheert. En wie invloed heeft, kan die omzetten in inkomsten.
Daarmee ontstaat een gevaarlijke dynamiek. Een platform dat financieel afhankelijk is van onrust, heeft geen belang bij nuance of stabiliteit. Het moet blijven waarschuwen, blijven polariseren, blijven wijzen op vijanden. Het businessmodel beloont wie het hardst schreeuwt en het zwartst schildert. Een samenleving die naar nuance verlangt, krijgt dan steeds minder van wat ze nodig heeft en steeds meer van wat haar verdeelt.
Duk zegt dat hij wil opkomen voor traditionele waarden, maar de strategie die hij kiest, is allesbehalve traditioneel. Het is een moderne variant van politieke marketing, gevoed door hetzelfde ecosysteem dat in de VS heeft geleid tot extreme polarisatie. Daar gaan christelijke conservatieven en rechtse bewegingen hand in hand in wat uiteindelijk een commercieel verdienmodel is geworden. Niet de gemeenschap staat centraal, maar de verontwaardiging van die gemeenschap.
Het zou naïef zijn te denken dat dit in Nederland geen gevolgen heeft. Wie angst cultiveert, maakt een samenleving kwetsbaarder. Wie die angst gebruikt als inkomstenbron, maakt haar instabieler. En wie beweert te strijden voor traditionele waarden, maar daarbij moderne marketingtechnieken gebruikt om de samenleving op te hitsen, doet precies het tegenovergestelde van wat hij beweert te verdedigen.
De les is eenvoudig maar dringend. Deze bewegingen zijn niet alleen ideologisch gedreven, maar bestaan ook bij de gratie van het geld dat ermee te verdienen valt. Angst is hun brandstof, verontwaardiging hun product. En zolang dat model winstgevend blijft, zullen ze het blijven voeden.